Kauwstangen
Kauwstangen behoren tot de surrogaat tabaksproducten. De kauwstang heeft de vorm van een sigaar maar wordt gebruikt als pruimtabak om er op te kauwen. Ze werden veelvuldig geproduceerd tussen 1942 en 1946.
De tabakschaarste tijdens de tweede wereldoorlog noopten
de fabrikanten nieuwe producten te maken. Een ervan was de kauwstang, gemaakt
van hop. Het hopmeel werd machinaal uit de hop verwijderd. Met zorg werd de hop
gestript, gesausd, gebroeid, gelucht en gedroogd.
Kauwstangen werden anders gesausd dan surrogaatsigaren of
rookstangen. Dat komt omdat kauwstangen niet gerookt werden. De samenstelling
van de sausing was zodanig dat achtergebleven hopmeelresten als het ware er
uitgeloogd werden. Als dekblad werd een donkerbruin papierachtig materiaal
gebruikt.
Kauwstangen werden niet alleen machinaal vervaardigd. Nu
de productie van sigaren geminiseerd was tot 9 tot 15% van de normale productie
gingen ook sigarenmakers kauwstangen fabriceren om hun
vaardigheid te behouden. Voor deze groep, meestal minder valide sigarenmakers is de fabricage
van kauwstangen een uitkomst. Bij honderdduizenden werden ze verkocht, zodat ze
er een goed weekloon aan overhielden.
In het begin waren de rook- en kauwstangen van slechte
kwaliteit, maar naar gelang men er proeven mee uithaalde werden vorderingen gemaakt.
De rookstangen walmden niet, prikkelden de keel niet en verspreidden een
bescheiden geur. Ook de kauwstangen werden steeds smakelijker.
Natuurlijk kon men deze producten niet vergelijken met de
originele tabak, maar ze werden zonder een gevoel van afkeer gerookt en
gepruimd.
Soms werd een kauwstang aangestoken, hetgeen een
ondragelijke stank veroorzaakte. Maar een stukje afbreken om er op te pruimen
was goed te doen. Kauwstangen werden ook wel Java-stok of Sumatra-stok genoemd.
Ook kauwstangen vallen net als alle andere surrogaat
tabaksproducten onder de tabaks- en tabaksproducten beschikking van 1940. Het
Rijksbureau voor tabak- en tabaksproducten (R.B.T.T.) hield controle over de
producten die in de handel werden gebracht, met het oog op de veiligheid. Zonder
toestemming van het R.B.T.T. was het vervaardigen en verhandelen van deze
producten verboden. De detailhandel viel buiten deze regeling.
Kauwstangen
werden gewoonlijk los verkocht en kostten 8 of 10 cent per stuk.
Bekende merken zijn Tapri en Kapee. Ook kwamen er kauwtabletten
die onder dezelfde regeling van surrogaatproducten vielen.
In het dieptepunt van de tabakproductie (winter 1944)
waren er in hoofdzaak surrogaten op de markt. Inmiddels hadden veel rokers al hun
toevlucht gezocht in het zelf telen van tabak, hetgeen voor eigen gebruik werd
toegestaan. Om de tabak rookbaar te maken werden ze ingezameld naar kwaliteit
en bij de daarvoor aangewezen fermenteerinrichtingen verwerkt.
Met geringe kosten werden ze verpakt aan de inzender
teruggestuurd.
Bronnen:
-
Mededelingen van de vakgroep detailhandel in tabak en tabaksfabrikaten
1943 e.v.
-
Tabak en tabaksproducten beschikking 1940
-
Facturen van diverse sigarenwinkeliers periode 1942-1946
-
Afbeeldingen uit privé collecties.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten