Vroeger
werden sigaren gemaakt met een dichtgerold mondstuk. Met behulp van een
sigarenknipper werd een puntje van de sigaar afgeknipt. Dat stukje tabak noemen
we een sigarenpuntje. Vaak werd een sigaar al in de winkel opgestoken en werd
met de knipper die op de toonbank stond het einde afgesneden. Deze puntjes werden in de bak eronder opgevangen.
Toonbank Sigarenknipper 1900 met gasaansluiting voor een vlam |
In Moskou werden in die tijd puntjes van over de hele wereld ingekocht en vermalen tot snuiftabak.
In
1875 werden Zweedse lucifersdoosjes voorzien van een klein scherp werktuig,
waarmee men het puntje kon afknippen. Het puntje viel in een speciaal gedeelte
van het doosje, zodat de puntjes verzameld konden worden.
In
Berlijn waren omstreeks 1875 zelfs kleine bakjes aan verschillende woningen
bevestigd, om de verzamelde puntjes in te deponeren. De bakjes werden op
gezette tijden geleegd en van het tabaksafval werd snuif gemaakt, waarvan de
opbrengst ten goede kwam aan de Duitse Weduwen en wezen.De Vereniging “Waarde der kleinigheden” (1885) zamelde naast oude kranten en boeken ook sigarenpuntjes in voor het goede doel. De opbrengst was bestemd voor een Maatschappij die zich het lot van de wezen aantrok. Zij zorgden ervoor dat behoeftige wezen opgenomen konden worden in een weeshuis.
Meneer A: Wat, roken die bengels nu al?
In
1896 verzamelde de heer W.H. van Zanten Jr, steenfabrikant uit Leiderdorp, sigarenpuntjes
voor een vriend uit Duitsland. Toen de vriend Duitsland verliet hield van
Zanten met het verzenden op en ging zelf experimenteren om van de puntjes iets
bruikbaars te maken. Dat lukte hem wonderwel.
Hij
weekte de sigarenafval in kokend water, waardoor de tabak van kleefstof en andere
stoffen werd ontdaan. De tabak werd ontrold, geperst, los geplozen en daarna
gedroogd. Doordat door deze bewerking de nicotine grotendeels verdwenen was
verkreeg hij geurige rooktabak. Er werd door hem een inzamelingsactie opgezet bij
sigarenwinkeliers, café-houders, vrienden en belangstellenden. Het doel was om
behoeftige oude zeelieden van de Prins Hendrik Stichting in Egmond aan Zee van
gratis tabak te voorzien. sigarenblik omstreeks 1900 |
De
verpakking van 100 gram werd gemaakt van oude couranten en voorzien van
passende spreuken zoals “rook smakelijk vriend” of op de bodem “aan alles komt
een eind”.
Het
enthousiasme onder de bevolking was groot. Velen reikten hem de helpende hand.
Zelfs waren er vervoerders die de tabak gratis vervoerden.In korte tijd was de opbrengst groter dan de behoefte van de 195 verpleegde oude zeelieden van de P.H.Stichting.
In
1901 werd aan 61 gestichten, de P.H.Stichting niet meegerekend, totaal 10200 ons tabak verstrekt, genoeg voor 1020
verpleegden.
Om puntjes van
het publiek te krijgen vervaardigde van Zanten een speciale zak-guillotine
waarin de afgesneden puntjes in bewaard werden. Op de voorzijde stond de tekst:
Bewaar de puntjes voor de Prins Hendrik Stichting te Egmond aan Zee. Deze
guillotines konden bij de sigarenwinkelier gekocht worden. In de bijgevoegde
tekst stond o.a.
“Door
het aanschaffen van een guillotine bewijst gij in te stemmen met de beweging om
door het verzamelen van sigarenpuntjes, gebroken sigaren en tabak in elken vorm
( behalve rookeinden en steelen) gratis tabak te verschaffen aan ouden van
dagen, die geen koopkracht hebben.”
De
oude van dagen waren uitzonderlijk blij met de gratis tabaksvoorziening. “Het is
beste tabak meneer, nu kan ik een pijpje velen”. En dikwijls volgde een
hartelijk “Hip,Hip,Hoera!” als de pakjes werden overhandigd.
Blik en Guillotine uit de collectie
P.H.Stichting
Foto sigarenknipper Raf Ensinck
Foto sigarenknipper Raf Ensinck
Geen opmerkingen:
Een reactie posten